Nieuws
november
We roepen werkgevers op de juiste deskundigheid in te schakelen!
We zijn als beroepsgroep vóór het vereenvoudigen van onnodige verplichtingen en regeldruk voor werkgevers. Wij geloven dat kwalitatief goede arbeidsomstandigheden efficiënt gerealiseerd kunnen worden, zonder overbodige regels of procedures.
Tegelijkertijd zien wij een risico ten aanzien van gezond en veilig werken. Terwijl er binnen de Arbo gerelateerde zorg steeds meer focus komt op het voorkomen van uitval, arbeidsongevallen en beroepsziekten en samenwerking tussen deskundigen, lijkt de Tweede Kamer juist een andere koers te kiezen.
Op 6 november 2024 is door de Kamerleden in de Tweede Kamer een motie ingediend om het toetsen van de RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) per 1 januari 2025 uit te laten voeren door één kerndeskundige. Deze motie is op 12 november jl. aangenomen. De Kamerleden vragen de regering samen met het ATR (Adviescollege Toetsing Regeldruk) te onderzoeken hoe de regeldruk kan worden verminderd en minder belastende alternatieven, zoals het afschaffen van deze verplichting, in kaart te brengen.
Tevens is een motie-Kisteman c.s. aangenomen over een vereenvoudiging van de RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) -verplichtingen en de mogelijkheid om organisaties tot 25 werknemers uit te zonderen van de schriftelijke RI&E (25883, nr. 506).
De aangenomen motie is op meerdere punten opvallend:
1.Onduidelijkheid over toetsing: In de Arbowet en bijbehorende regelingen is nergens vastgelegd hoeveel kerndeskundigen betrokken moeten zijn bij de toetsing van een RI&E. Toch lijkt de motie hier impliciet een oordeel over te vellen.
2.Geen uitgebreide discussie: Hoewel er in de Kamerverslagen voor- en tegenstanders van de motie zijn, ontbreekt een diepgaande discussie over de inhoud en de impact ervan.
3.Gebrek aan kennis: Het is de vraag of Kamerleden voldoende inzicht hebben in het stelsel van arbogerelateerde zorg en de knelpunten waarmee werkgevers en kerndeskundigen te maken hebben.
4.Aanscherping zonder duidelijke onderbouwing: De redenen voor de aangescherpte toetsing worden slechts summier toegelicht, wat vragen oproept over de noodzaak en proportionaliteit ervan.
De Arbeidsinspectie constateerde in maart 2021 al een verschraling van gezond en veilig werken in haar publicatie van het stelselonderzoek ‘Toets de Toetser aan toetsing RI&E’. Uit het onderzoek kwamen de volgende punten naar voren:
- Gebrek aan duidelijkheid en standaarden: Er bestaat geen duidelijke definitie van ‘toetsen’, geen gestandaardiseerde werkwijze voor de uitvoering ervan, en geen wettelijk vastgesteld normenkader voor de inhoud en het eindresultaat. Daarnaast is er te weinig toezicht op zowel de rechtmatigheid als de kwaliteit van de toetsing.
- Toetsen buiten eigen expertisegebied: Arbokerndeskundigen toetsen regelmatig zaken buiten hun eigen expertise, wat kan leiden tot onjuiste positieve beoordelingen voor werkgevers. Uit het onderzoek blijkt dat 49% van de arbeidshygiënisten (AH’ers) en 41% van de hogere veiligheidskundigen (HVK’ers) aangeven gevaaraspecten te toetsen die buiten hun kennis vallen. Arbeids- en organisatiedeskundigen (A&O’ers) vermijden dit vaker. Zij komen ook minder vaak voor in RI&E-analyses waarbij gevaaraspecten buiten hun certificaat vallen.
Een getoetste RI&E die niet volledig of betrouwbaar is, brengt risico’s mee voor de gezondheid en veiligheid van werknemers. Werkgevers baseren immers hun veiligheids- en gezondheidsbeleid op deze toets.
“Onderzoek in 2016 naar de meest voorspellende kernbepalingen heeft aangetoond dat het hebben van een risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) met plan van aanpak de meest voorspellende waarde heeft op de mate van veiligheid en gezondheid van werknemers (bron: Arbo in bedrijf 2016)”.
Groot risico in het aannemen van deze motie
Met name binnen ons vakgebied van Arbeids- en Organisatiedeskundige zien wij een groot risico in het aannemen van deze motie. Het is onze expertise om werkgevers te adviseren in het beperken van Psychosociale Arbeidsbelasting (PSA). Uit onderzoek blijkt dat PSA al jarenlang zorgt voor het grootste risico op uitval van medewerkers (bron: NEA en centrum voor Beroepsziekten). Hier zit dan ook de grootste kostenpost voor werkgevers.
In de praktijk hebben veel mensen niet genoeg kennis om risico’s op psychosociale arbeidsbelasting (PSA) goed te herkennen. Preventiemedewerkers, die binnen organisaties helpen bij het uitvoeren van de RI&E, zijn meestal opgeleid als middelbaar veiligheidskundige of arbeidshygiënist.
Voorheen waren het vooral hogere veiligheidskundigen (HVK’ers) die de RI&E toetsten, wat logisch is gezien hun grotere aantallen. Als de motie wordt uitgevoerd, kan dit ertoe leiden dat HVK’ers, arbeidshygiënisten (AH’ers) en bedrijfsartsen opnieuw de RI&E gaan toetsen. Door het gebrek aan kennis over Psychosociale Arbeidsbelasting (PSA) zal dit waarschijnlijk niet helpen om PSA-risico’s beter te herkennen en dus niet zorgen voor betere arbeidsomstandigheden op dit gebied.
Aansluiten bij de werkgever: praktische werkafspraken
Als Arbeids- en Organisatiedeskundige (A&O’er) willen we dichtbij de werkgever staan en begrijpen we goed dat het voor kleinere bedrijven moeilijk is om drie dure deskundigen in te huren voor de RI&E. Dit is vaak niet nodig. Bij bedrijven met vooral kenniswerkers is het vaak voldoende om een A&O’er in te schakelen. Wij passen onze adviezen aan op de grootte en structuur van het bedrijf, met praktische afspraken om PSA te beperken, in plaats van lange beleidsadviezen.
Het belangrijkste is dat werkgevers samenwerken met deskundigen waarop ze kunnen vertrouwen. De Arbokerndeskundigen die per 1 juli 2022 voldoen aan de certificeringseisen, hebben aangetoond dat ze alleen toetsen binnen hun eigen vakgebied en zich houden aan het gezamenlijke normenkader. Ze gebruiken richtlijnen van overheidsinstanties (zoals het ministerie van SZW, de Nederlandse Arbeidsinspectie, de SER) en kennisinstituten (zoals TNO, CBS, Trimbos, StvdA). Hoewel vakdeskundigheid in bredere zin nog niet is geborgd, is dit wel een stap in de goede richting.
Voor het borgen van de vakdeskundigheid wordt door de beroepsgroepen hard gewerkt aan een eigen normenkader, zodat voor werkgevers duidelijk is welke deskundigen de benodigde kwaliteit bieden.
Samenwerking tussen deskundigen
Door onder andere de Arbovisie 2040 en de subsidie van ZonMW over de ’toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg’ wordt er nu veel tijd en energie gestoken in een betere samenwerking tussen verschillende professionals, zoals arbodeskundigen en bedrijfsartsen. Het doel is om de risico’s op de werkvloer breder in kaart te brengen, zodat werkgevers beter in staat zijn om een veilige en gezonde werkomgeving te creëren voor hun medewerkers. Een goede samenwerking tussen deze deskundigen is essentieel om effectief beleid te ontwikkelen.
Veranderingen in certificatie en toetsing
Sinds de invoering van het nieuwe certificatieschema voor Arbokerndeskundigen in 2022 is er veel veranderd in hoe de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) wordt uitgevoerd en getoetst. A&O deskundigen worden nu vaker betrokken bij het proces. Uit deze toetsingen blijkt dat zowel werkgevers als Arbokerndeskundigen risico’s op psychosociale arbeidsbelasting (PSA) vaak verkeerd inschatten, zowel te hoog als te laag. Als risico’s te hoog worden ingeschat, kunnen er onterecht extra maatregelen nodig zijn, zoals trainingen voor medewerkers en leidinggevenden. Dit kan de regeldruk voor werkgevers verhogen, zonder dat het daadwerkelijk bijdraagt aan een verbetering van de arbeidsomstandigheden.
Pragmatische en klantgerichte toetsing
In de praktijk werken Arbodiensten, zelfstandig werkende deskundigen en andere Arbo-professionals hard aan een praktische en kosteneffectieve manier van toetsen Door middel van taakdelegatie (waarbij deskundigen onderling taken verdelen), standaardisatie binnen kaders, en maatwerkadvies voor kleinere bedrijven zorgen de Arbokerndeskundigen ervoor dat ze effectief en efficiënt samenwerken. Dit helpt werkgevers bij het implementeren van haalbare en realistische maatregelen om de werkplek veiliger en gezonder te maken.
Kosten door psychische klachten
Uit de Arbo-balans van 2020 blijkt dat werkgevers aanzienlijke kosten maken door loondoorbetaling bij ziekte van medewerkers met psychische klachten. Dit benadrukt het belang van goede samenwerking en het tijdig signaleren van PSA-risico’s om ziekteverzuim te voorkomen en de werkplek gezond te houden.
Stijging van WIA-uitkeringen door psychische klachten
In 2023 steeg het aantal mensen dat een WIA-uitkering ontving met 9%, waarvan 44% te maken had met psychische klachten. A&O Deskundigen richten zich erop om werk gerelateerde oorzaken van arbeidsongeschiktheid zoveel mogelijk te voorkomen. De RI&E speelt hierbij een belangrijke rol als instrument voor het voortdurend verbeteren van de werkomstandigheden.
Meer focus op preventie: Arbovisie 2040
Daarnaast staat de Arbovisie 2040 op de agenda, waarin het belang van preventie benadrukt wordt. De Sociaal-Economische Raad (SER) onderzoekt manieren om preventie goedkoper te maken en zo investeringen voor werkgevers haalbaarder te maken. Daarnaast wordt er gewerkt aan een betere naleving van wet- en regelgeving, met extra ondersteuning voor het midden- en kleinbedrijf in verschillende sectoren.
Oproep om de wijze van toetsing te beleggen bij deskundigen
Gezien de huidige ontwikkelingen binnen de Arbo-sector, de inzet van beroepsverenigingen van Arbokerndeskundigen, het ministerie van SZW, de SER, de Arbovisie 2040 en het ZonMw-programma (Innovatieve Arbozorg), vragen wij de minister om de moties naast zich neer te leggen. De betrokken partijen zetten zich in om duidelijke richtlijnen op te stellen zodat een RI&E niet onnodig hoeft te worden getoetst door drie Arbokerndeskundigen. Deze verantwoordelijkheid moet blijven bij de Arbokerndeskundigen in dialoog met de werkgevers- en werknemersbranches en het Ministerie van SZW, binnen de bestaande kaders en regels.
Voor vragen of opmerkingen zijn wij bereikbaar via bestuur@baeno.nl